Rishikesh, Amritsar en Delhi - Reisverslag uit Rishīkesh, India van Milou Soomers - WaarBenJij.nu Rishikesh, Amritsar en Delhi - Reisverslag uit Rishīkesh, India van Milou Soomers - WaarBenJij.nu

Rishikesh, Amritsar en Delhi

Blijf op de hoogte en volg Milou

25 Augustus 2012 | India, Rishīkesh


'Hello, where you from?'

Deze zin blijkt een ware openingszin/beleefdheidsvraag te zijn! Het is een manier voor mensen om met ons in contact te komen. Zelfs mensen die nauwelijks Engels spreken stellen deze vraag, waarna ze vervolgens 'oke' zeggen en het gesprek ten einde is. Iedereen lijkt iets van ons te willen: mensen kijken ons nieuwsgierig aan, maken foto’s van ons (volgens Raj gebruiken ze deze foto's om te kunnen zeggen dat ze met een beroemdheid op de foto zijn gegaan) of proberen iets te verkopen. Zelfs als we net als de Indiase bevolking gewoon willen lopen (en dus voor ons uit kijken) worden we aangesproken door Riksjarijders. Alleen ‘nee’ is vaak niet genoeg want dan proberen ze het nog een paar keer. Meestal zeggen we dan iets in de trant van: 'no sorry, we just want to walk!' Waarbij we een loopbeweging maken om te verduidelijken wat we zeggen. Als de 20e riskjarijder ons op rij heeft aangesproken wordt het ons soms even teveel en gaan we over op de negeertactiek. Deze blijkt vaak minder effectief: ze blijven ons roepen of gaan naast ons rijden. We hebben niet alleen maar negatieve ervaringen met de Indiase bevolking. Zo is de Indiase bevolking altijd bereid om je te helpen, bijvoorbeeld met het wijzen van de weg. Ook lijken ze hun zaakjes wel te regelen: in het verkeer maar ook met afspraken. Als je eenmaal een afspraak hebt gemaakt komen ze die ook na (zij het soms een half uur te laat!). Dingen in India blijven ons verbazen. Zo ook de hotelkamers die altijd een aantal opvallende zaken bevatten: minstens 6 schakelaars, een emmer, een klein teiltje, afwezigheid van warm water/prullenbak/wc-papier, onlogische geplaatste douchekraan, waterkraantje naast de wc en ventilator.

De laatste twee steden die we bezoeken zijn totaal verschillend van elkaar. Zo wordt Rishikesh ook wel de Yogahoofdstad van de wereld genoemd en bevinden zich hier veel Ashrams (leefgemeenschappen/ontmoetingsplaatsen waar mensen een aantal weken doorbrengen en tot zichzelf komen door middel van yoga/meditatie). De stad ligt in de bergen en is daarom erg groen. Amritsar is ook wel de stad van het Sikhisme en staat bij de Indiase bevolking bekend om zijn Gouden Tempel. De stad bevindt zich nog iets Noordelijker en dichterbij de Pakistaanse grens. Het grootste verschil in omgeving is dat Rishikesh zich tussen de bergen bevindt en er veel Westerse toeristen komen. Daarentegen merken we in Amritsar dat de omgeving vlak is, er vooral Indiase toeristen zijn en dat er geen koeien lopen in de buurt van de Gouden Tempel. Dit is heel uitzonderlijk voor een stad in India!

Vanuit Haridwar is het plan om de bus te nemen naar Rishikesh. Het vinden van de juiste bus is een heel avontuur. Op het busstation bevinden zich ruim 50 bussen met bordjes in het Hindi. Er lijkt niet echt een kaartjesloket te zijn, dus besluiten we aan mensen te vragen welke bus naar Rishikesh gaat. Helaas begrijpen deze mensen slechts de naam Rishikesh en kunnen ze alleen wijzen. Met als gevolg dat we op en neer worden gestuurd. Door de buschauffeurs te vragen welke bus we moeten hebben, komen we in de juiste bus terecht. Het beeld van een overvolle bus valt gelukkig mee en we hebben op een bank voor drie personen, alle plek om te zitten met onze rugzak waardoor de reis nog redelijk comfortabel is. In Rishikesh zoeken we een tuktuk die ons naar het hotel brengt in de buurt van de mooie natuur en uit het 'centrum' van de stad. Het hotel wordt gerund door een familie. De vrouw des huizes spreekt een behoorlijk woordje Engels en ontvangt ons hartelijk. Een super goedkope kamer voor maar 350 roepies (ongeveer 5 euro) per nacht, zonder airco! De dag van aankomst doen we rustig aan en verkennen we de buurt. We gaan op ontdekkingstocht naar wat er te doen is. We zien overal toeristenbureaus met op de ramen de woorden: raften, trekking, bungeejumpen. We besluiten een bureautje naar binnen te gaan waar blijkt dat het raften en bungeejumpen niet mogelijk is (het is gesloten in juli en augustus). De trekking blijft als enige over! Na wat foto's en uitleg over de soorten trekkingen zijn we enthousiast. We besluiten de trekkingstocht van 1 dag te boeken met de watervallen als eindpunt. De dag erna is independence day in India maar in dit relaxte stadje Rishikesh is hier helaas weinig van te merken: de winkels zijn gewoon geopend en er is nergens een teken van feest. De wekker gaat die dag vroeg, met als programma: de trekkingstocht! Met een auto waarin de backstreet boys worden gedraaid, worden we naar de top van het Shivalikgebergte (1645m hoog) gebracht. Wat een prachtige omgeving: we ademen frisse lucht in, zien overal groen , haast geen afval en voor ons hangen wolken voor de bergen (dus dit is ook India?). Vanaf de tempel (waarbij mensen de bel luiden om de goden op te roepen) zetten we de daal in naar beneden (dubbelop: Dalen is sowieso naar beneden gaan. Je zet de daling in, of je gaat naar beneden). Het is duidelijk geen toeristisch pad wat dagelijks belopen wordt en bij sommige gedeeltes lijkt vroeger een rivier te hebben gelopen. We komen terecht in een soort jungle en passeren: bananenbomen, mangobomen, rijstvelden met irrigatiesystemen en enkele bergbewoners die primitief leven (moeder en dochter wassen de gember onder de stroom van een rivier). Na een wandeling van ruim 5 uur met een paar korte pauzes, bereiken we de waterval. Het eerste stuk van de waterval waar gezwommen kan worden zit vol met schreeuwende Hindi sprekende mannen. Onze gids zegt dat we nog op een andere mooiere plek het water in kunnen. Hij brengt ons naar onze privé waterval, waar we genieten van het kletterende geluid van het stromende water. Na deze tocht nemen we een lift terug en hebben we spierpijn in onze kuiten. Na deze fysieke inspanning doen we de rest van de middag rustig aan. We zoeken een restaurant aan de andere kant van de brug en komen uit bij een soort hippierestaurant (een ware ontmoetingsplek voor de Westerlingen). Naast ons voeren een Australiër en Engelsman een diep gesprek over het bestaan: het heelal, Einstein en de snelheid van het licht komen aan bod.
De volgende dag valt in het niet bij de andere dagen. Het begint met een fietstocht die eigenlijk niet de moeite waard is om te beschrijven: we hebben een uurtje geprobeerd om op een veel te zware fiets te fietsen en een bergachtig gebied te trotseren waarna we besloten de fietsen terug te brengen. Vervolgens blijkt het centrum, het gedeelte waar weinig toeristen komen, tegen te vallen en weinig te bieden. Gelukkig komen we terecht in leuk restaurantje, Mama Mia, met prachtig uitzicht op de Ganges. Het is een leuk, knus tentje met 2 loslopende konijntjes en wordt gerund door een gezette, vrolijke, spontane, goed Engels sprekende vrouw van 30, Lalita en haar jongere broertje. De kookworkshop die op de menukaart staat trekt mijn interesse en deze besluit ik voor morgen in te plannen. De rest van de middag hebben we rustig aan gedaan.
De volgende dag staan Yoga en de kookworkshop op het programma. We volgen samen met zo’n 30 mensen de ochtend yogaklas van 8.30. In de yogahoofdstad van de wereld willen wij de yoga-ervaring zeker niet aan ons voorbij laten gaan. Bij binnenkomst in de zaal kijken we een beetje verdwaald om ons heen omdat we niet weten welke attributen we moeten pakken. We doen daarom het Nederlandse meisje na: een matje, een groot kussen, 2 houten blokjes + een touw (meeste van deze zijn ter ondersteuning van de minder lenige). Dan gaan we van start met wat ademhalingsoefeningen, waarbij ik merk dat mijn longen niet ‘getraind’ zijn. Wij zijn de meest stijve harken van de zaal tussen deze überlenige mensen. De yogaleraar zegt tegen mij: ‘you are not ready for it.’ Zou dit betekenen dat er nog hoop is? Het is een goede ervaring met hier en daar wat zweverige oefeningen maar ook veel lenigheidsoefeningen. Morgen weer! Als we bij Mama Mia aankomen blijkt de vrouw des huizes te druk waardoor de workshop gegeven wordt door haar jonge broertje van 22. Ik mag zelf 4 gerechtjes van de menukaart uitkiezen. Lucky (waarschijnlijk zijn Engelse naam), neemt ruim de tijd om alles uit te leggen. We staan in een kleine keuken met 2 losse branders en een dienblad met bakjes en kruiden erop. De kok staat iedere ochtend om 4 uur op om te gymen waarna hij om 6 uur in de keuken begint met het treffen van alle voorbereidingen. Zo maakt hij de rijst, aardappels, sausjes en deeg vooraf klaar. Bij het snijden van de groentes doet hij het voor en laat hij de rest aan mij over. Door de voorbereidingen die hij ook deze ochtend heeft getroffen bestaat de kookles vooral uit het opschrijven van de recepten en een beetje roeren in de pan. De kookles is erg leuk en we mogen na afloop zelf smullen van de gerechten. ’s Middags wordt een rustige middag waarbij we in een restaurantje zitten en in contact komen met een vlotte, goed Engels sprekende, Indiase jongen uit Mumbay. Hij vertelt ons dat volgens hem maar 20% van de bevolking wordt uitgehuwelijkt. Hij behoort zelf tot de nieuwe generatie waarbij liefdesrelaties meer geaccepteerd worden. Mumbay is veel Westers dan de rest: mensen zijn opener en niet-bedekte schouders en benen worden meer geaccepteerd. Ook vertelt hij dat de meeste Indiase mensen geen slechte bedoelingen hebben, zelfs de arme mensen niet. Toeristische prijzen blijken niet alleen te gelden voor Westerlingen maar ook voor hem als toerist in Rishikesh. Zijn vriend die er later bij komt, vertelt ons wat de boerse manier is van versieren: van een afstand een ksjjjjjh geluid maken naar een meisje wat voorbij loopt en verder geen stap ondernemen. ’s Avonds terug bij het hotel betalen we onze hotelkamer bij de man des huizes. Na het betalen wil hij ons nog het dakterras laten zien. We hebben een mooi uitzicht op de bergen, Ganges en de verlichte huizen. Hij blijkt beter te kunnen vertellen dan te luisteren: hij vertelt dat veel Westerse toeristen van november tot maart komen. Hij herhaalt meerdere keren dat we hier moeten trouwen en dat hij de bruiloft zal regelen voor ons. Hij doet mooie uitspraken als: ‘this place offers you all the things: Mountains, a peaceful village and the holy Ganges from heaven.’ Met als klap op de vuurpeil: ‘Soomers likes this place.’ Een goede afsluitende laatste avond in Rishikesh!
De volgende dag is een rustige dag met als enige zekerheid onze treinreis om 21.00 naar Amritsar. We volgen yoga en relaxen die dag bij het beatlescafé waar ze heel goede muziek draaien. Op de valgreep koop ik nog een heel mooi beeld van Ganesha (de god met het olifantengezicht), waarna we ons haasten naar onze taxi. Vanaf het station van Raiwala (2 perrons, alleen maar Indiase bevolking, geen elektronische borden) vertrekken we naar Amritsar.

Na een verschrikkelijke nachtrust die verstoord werd door een snurkende vrouw tegenover me bereiken we Amritsar. Met een tuktuk komen we bij het hotel aan die we vooraf hebben geboekt, opvallend zijn de mannen met baarden en tulbanden achter de receptie. Op naar de Gouden Tempel, waar we zeker niet de enige zijn: wat een stroom mensen die de tempel op blote voeten betreden (schoenen zijn hier verboden en dan loop ik zelfs in mijn studentenhuis al niet op blote voeten). We lopen met de klok mee en lopen in een vierkant rond het heilige water. Mijn hoofd en nek zijn bedekt met mijn sjaal en Dirk heeft een hoofddoekje om. Een beetje tegenstrijdig zijn de mannen van het Sikh geloof die in hun boxer staan als ze het water ingaan om een heilig bad te nemen. Op ¼ van het vierkant komen we langs de keukens waar dagelijks zo’n 10.000 maaltijden worden bereidt. Het blijkt een fabriek en lopende band werk te zijn waardoor we de ervaring van hier gratis eten en slapen aan ons voorbij laten gaan. De Gouden Tempel ligt in het water en is met één pad te bereiken, waarbij een lange wachtrij staat (zeker 500 mensen) waardoor we de tempel niet van binnen bewonderen. Na ons bezoek aan de Tempel ontdekken we leuke straatjes waar ambachtslieden zich gevestigd hebben. Mensen begroeten ons hier vriendelijk zonder iets van ons te willen behalve een hand. Heerlijk zo rond slenteren zonder doel en slechts onze ogen de kost geven.
De volgende ochtend staan we vroeg op om de drukte voor te zijn. Helaas is het zelfs om 8 uur al druk en staat er wederom een enorme rij om de Gouden Tempel in te gaan. Daarom slaan we deze ook vandaag weer over en lopen we slechts een rondje om het water. Na ons ontbijt gaan we naar Hindoe variant van de Gouden Tempel: de Durgiana Tempel. Het maakt een veel minder imposante indruk en het lijkt minder goed onderhouden. Het evenaart bij verre na niet de Gouden Tempel van de Sikh. We haasten ons naar het hotel voor de grensceremonie.
We komen terecht in een busje waar 9 personen (inclusief bestuurder) ingaan, hetzelfde busje zou in NL maar 6 personen toestaan. Een lief ouder echtpaar, met het Sikh geloof, zit tegenover ons. De vrouw kan helaas geen Engels maar lacht lief naar ons. De man met de tulband kan minimaal Engels en geeft ons onderweg een banaan. Het is ongeveer een uurtje rijden naar Attari, waar iedere avond de grensceremonie tussen India en Pakistan plaatsvindt. Het vindt plaats in een soort stadion gescheiden met een twee hekken in het midden. Aan de ene kant van het hek zitten de Pakistanen op de tribune en aan de andere kant de Indiase bevolking (sommige met vlaggen). Het begint met een soort speech in het Hindi. Vervolgens komt een groepje jongens en meisjes naar voren en lijkt het op een musicalscene waarbij gedanst wordt. Daarna vormen mensen rijtjes om één voor één de vlag vast te kunnen houden en ermee naar de grens te rennen. Beneden staat een man in een wit trainingspak de mensen op te jutten: ze roepen lang leven Hindoestan! De militairen zijn in pak en staan met zijn vijven op een rijtje waarbij ze gespeelde woeste bewegingen maken richting de grens, waar de hekken open zijn gegaan en aan de andere kant de Pakistaanse militairen hetzelfde doen. Het is een hele belevenis en gek voor te stellen dat het iedere avond gebeurt!
De volgende dag zit een pannenkoekontbijt er hier helaas niet in. We bezoeken de tuinen van Jalianwala Bagh (waar een enorm bloed heeft plaatsgevonden en ter herinnering hieraan een monument aan de voorkant heeft) en hebben een rustige middag. Om 17.00 vertrekt onze trein naar Delhi en komt het einde van onze reis in zicht!

‘Een gast wordt op handen gedragen in India en als niets minder dan een god behandeld.’ En dit blijkt, wat een luxe treffen we aan als we bij Raj (een kennis van Dirk uit zijn Hatfieldtijd) verschijnen. We rijden een bewaakte villawijk binnen en treffen een gesloten poort aan die wordt opgemaakt door de bediendes. Maar liefst 5 bediendes lopen er rond in het huis. Geen luchtbedje of bank maar een eigen kamer, die nog beter is dan alle hotelkamers waar geweest zijn. Meteen vraag ik me af hoeveel kamers er in dit huis zijn. Raj zelf is 2 dagen geleden geopereerd en ligt met zijn been omhoog. Na ervaringen over India met hem uitgewisseld te hebben en interessante verhalen van hem gehoord te hebben gaan we naar bed. De volgende ochtend worden we door onze biologische klok vroeg gewekt. We benaderen de woonkamer die helemaal leeg is en twee zithoeken bezit: een ruimte van zeker 50m2. Het voelt ongemakkelijk zo’n leeg huis en voelt kil aan. Nadat we er even zitten benadert een bediende ons en vraagt of we koffie of thee willen. Raar voelt het om thee te antwoorden en je in een huis te laten bedienen. De moeder van Raj verschijnt na een tijdje. Ze is een intelligente vrouw van de wereld die er goed uitziet en goed engels spreekt. Het is een vrij formeel gesprek en je ziet dat ze bij ons is komen zitten als gastvrouw. Na een half uurtje gaan we aan tafel in een andere ruimte. Er is een Indiaas ontbijt voor ons bereid: geroosterd brood met boter en een soort drapje/sausje met wortel, aardappel, linzen erin. Op het moment dat de moeder hoort dat we wel eieren eten belt ze met haar soort deurbel en vraagt ze haar bediende om een omelet te maken. Bovendien krijgen we vers fruit (appels en kiwi) en een zoete lekkernij die eruit ziet als een stukje van een maïskolf. De moeder van Raj zorgt dat we genoeg eten krijgen waardoor onze buikjes vol zitten! Het voelt ergens vreemd, zo in de watten gelegd te worden bij mensen die ik helemaal niet ken. Dus laat ik mijn waardering blijken door te zeggen: ‘Het is het beste ontbijt wat we in India hebben gehad (een welgemeend compliment).’ We willen nog wat laatste souvenirtjes kopen en aangezien Raj niet met ons mee kan gaan doordat zijn been in het gips zit, biedt zijn moeder ons haar privéchauffeur aan. Allereerst zal hij ons de tempel van de buurt (de Chattapur Tempel in Zuid-Delhi) laten zien, deze tempel is ongeveer 40 jaar jong . Het is een gigantische tempel, de tweede grootste tempel van India: met maar liefst 1 gebouw en een standbeeld van Hanuman (de aapgod) met aan de andere kant van de straat nog 2 gebouwen. Door de chauffeur zijn we naar Chandni Chowk (met als oorspronkelijke naam Shah Jahanabad) gebracht. De moeder van Raj heeft met de alleen Hindi sprekende, chauffeur afgesproken dat hij met ons mee zal lopen, zodat we hem niet kwijt raken. We struinen de zaakjes af waarbij we prijzen vergelijken en uiteindelijk een goede deal sluiten! Bij terugkomst in de villa ligt Raj nog in bed. We praten met zijn moeder waarna ook Raj ontwaakt. Hij vertelt over zijn vader die een medische school heeft opgericht in Mauritius, een eiland naast Madagascar. De president van Mauritius is ooit te gast geweest in dezelfde villa als waar wij verblijven. Raj vertelt veel over zijn land. Zo vertelt hij ook dat arme mensen zich geen bril kunnen veroorloven. Zijn vader gaat daarom eens in de twee maanden naar Lucknow (Noord-India) waar hij de ogen van mensen opmeet en de slechtziende mensen van brillen voorziet. Ze reizen allemaal veel en hebben al veel van de wereld gezien. De ideale tijd om in India te reizen is van november tot en met maart, helaas pech voor ons! Raj en zijn moeder hebben veel kennis van plaatsen in India en de tempels. Zo passeren er veel plaatsnamen de revue, die de moeite waard zijn om te bezoeken. De vier heilige plaatsen van Boeddha zijn: 1) Lumbini in Nepal (de geboorteplaats van Boeddha), 2) Bodhgaya (hier bereikt Boeddha verlichting), 3) Sarnath (de 1e preek van Boeddha), 4) Kushinagara (Boeddha is hier overleden). In India worden nog steeds veel kinderen uitgehuwelijkt, zo ook de broer van Raj. Hij vertelt dat zijn ouders het ook zouden accepteren als hij zelf een meisje zou uitzoeken maar deze moet dan wel door zijn ouders geaccepteerd worden. Het huwelijk is iets heel speciaals en neemt zo’n maand in beslag waarbij er 4 gelegenheden (functies) zijn. Bij de gesprekken die we met Raj hebben, valt het op dat Raj vooral Dirk aankijkt: komt dit door de cultuur? Rond een uur of 20.30 is het eten bereid en kunnen we voor de laatste keer genieten van het heerlijke Indiase eten, wat ook deze keer weer erg goed smaakt. Rond 22.00 nemen we afscheid van Raj en zijn moeder en worden we door hun privéchauffeur naar het vliegveld gebracht. Helaas veel krijsende baby’s in het vliegtuig maar gelukkig ben ik zo moe dat ik toch wat uurtjes kan slapen, waardoor de tijd vliegt....

Home sweet home!

  • 26 Augustus 2012 - 22:44

    Conny:

    Whow! Wat een reisverslag!
    Het eerste dat ik lees van je maar het geeft een goede indruk van jullie belevenissen.
    Bedankt voor het toesturen van de link.
    Liefs!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Milou

Actief sinds 05 Juli 2012
Verslag gelezen: 824
Totaal aantal bezoekers 17148

Voorgaande reizen:

13 December 2017 - 14 Januari 2018

Sydney, Nieuw Zeeland en Singapore

13 April 2013 - 05 Mei 2013

Bruiloft in Peru

23 Juli 2012 - 23 Juli 2012

Backpacken voor een maandje in India

19 Januari 2016 - 30 November -0001

Indonesië en meer

Landen bezocht: